Uiterlijk van een VOC-schip

De VOC-schepen werden gemaakt op de scheepswerf, in opdracht van de kamer Delft. Deze schepen werden gebruikt voor verre rijzen naar Azië. Voor deze verre tochten moesten de boten stevig zijn en goed tegen een stoodje kunnen. Het duurde dan ook anderhalf jaar om zo'n VOC-schip te maken. 

De meeste schepen waren spiegelschepen. De naam sloeg op de platte achterkant van het schip die Spiegel genoemd werd. De Spiegel werd vaak opvallend versierd met houtsnijwerk. Er zaten grote vensters in met daarachter de kajuit van de schipper. De VOC-schepen waren ongeveer 38 tot 50 meter lang, er was dus veel ruimte om procuten te vervoeren, een vlinke bemanning en een aantal passagiers. De passagiers verbleven in het achterste gedeelte van het schip. Ze hadden een Eigen bed en aten bij de kapitein, samen met de oficieren en de legeroficieren want er gingen ook altijd soldaten mee aan boord. De bemanning zag je alleen op het dek of beneden in het ruim.

Onder het ruim lag het handelswaar waar ze mee gingen hadelen in Azië. Er liggen ook kanonen voor de forten in Indië en er licht eten voor onderweg.

Het gedeelte achter de mast is verboden voor de bemanningsleden, behalve als je bijvoorbeeld het dek moet schrobben.

Op het campagnedek staan manden met kippen die elke dag een vers eitje leggen voor de passagiers.