VOC opgericht
Aan het eind van de 16e eeuw waren het vooral de Portugezen die naar Azië vaarden om er specerijen op te halen, die ze vervolgens met veel winst verkochten in Europa. Zo verdienden de portugezen heel veel geld, en dat wilden de Nederlanders ook. Daarom besloten in 1590 de Nederlandse kooplieden om ook in Azie op zoek te gaan naar specerijen. Hollandse en Zeeuwse kooplieden stuurden schepen naar Azië. Hun compagnieën maakten eerst veel winst, maar door onderlinge concurrentie gingen de winsten al snel omlaag. In 1602 grepen de Staten-Generaal in. Ze lieten de compagnieën uit zes Hollandse en Zeeuwse steden opgaan in 1 bedrijf: De Verenigde Oost-Indische compagnie (VOC). Samen hadden ze meer geld, 300.000 gulden bij elkaar. Met dat geld kochten ze schepen, wapens en betaalden ze de bemanning. Voortaan mocht alleen de VOC handel drijven in Nederland. Door dit monopolie (alleenrecht) bleven de prijzen en dus de winsten hoog.
De kennis
Twee zeelui uit Enkhuizen: Dirk Gerrits en Jan Huigen van Linscholten. Zij hadden jarenlang voor de portugezen gewerkt, ze waren dus al vaker in Azië geweest en wisten daardoor precies hoe je daar moest komen.
Toen ze terug waren van een reis met de Portugezen had van Linscholten alles opgeschreven wat hij wist. Het werd een groot boek, met de routes, gevaren, kenmerken van landen in Azie.
Ook wisten de Nederlanders Portugeze kaarten te bemachtigen.
Door het boek en de kaarten kregen de Nederlanders veel kennis en wisten ze wat ze te wachten stond als ze aankwamen.
De eerste reis
Op twee april 1595 verlieten de eerste schepen Nederland voor de eerste reis naar Azië. al snel ging het mis de schippers kregen ruzie over de juiste route en na 6 maanden werden de meeste bemanningsleden ziek. Daarom waren de schippers gedwongen om halverwege een tussenstop te nemen. Daar vonden ze vers water en vlees. Fruit en groenten vonden ze pas 3 maanden later op de noordkust van het eiland Madagaskar. Veel mannen waren toen al gestorven.
Na een lange reis van een jaar bereikten ze in Juni 1596 de haven van Bantam op het eiland Java. De handel kon beginnen.
Jammergenoeg viel de handel erg tegen. De kosten die de handel had opgeleverd was net genoeg om de reis te dekken. Maar het doel was bereikt, de Nederlanders konden nu ook varen naar Azië.
Om de volgende vaart wel helemaal te laten slagen bleven een groepje bemanningsleden op Java om alvast specerijen in te slaan.
De handel
De Heren 17 bedachten een bijzondere manier van handel drijven en betalen. De VOC handelde niet alleenmaar tussen Europa en Azië, maar ook tussen de verschillende landen in Azië zelf. Ze stichtten handelsposten langs de kusten van India, China en Japan. Wat op de ene plaats werd ingekocht leverde op een andere plaats meer op. En zo groeide de winst.
Een voorbeeld:
Van het zilver uit Europa kochten de VOC elk jaar tienduizenden hertenvellen in Thailand, die hertenvellen werden met enorme winst verkocht in Japan. Die betaalden met gouden munten, zilveren baren en koperen staven. En daarmee kochten de compagnie textiel producten in India. De indiasche textiel was een geliefd op de indiasche eilanden, dus daar ruilden de VOC ze voor specerijen die in Amsterdam heel veel geld opbrachten.
de route
De route van de schepen ging meestal eerst in Zuid-westerlijke richting. Dan ging men langs de kust van Portugal en vervolgens langs de kaapverdische eilanden naar het zuiden richting de evenaar. Na de stop bij de Kaap ging de VOC in de eerste jaren langs de kust van Afrika naar Indië, maar daar lagen Portugeze forten. Dat was gevaarlijk, want de Portugezen beschouwden de Nederlanders als vijanden die hun handel afpakten. Daarom werd een andere route gezocht en gevonden. Vanuit Kaap de Goede Hoop voer men eerst naar het zuiden tot de 30e of 40e breedtegraat. Daar waait meestal een stevige westerwind, dat is precies wat de schepen nodig hadden. In volle vaart en met volle zeilen konden ze snel de Indische Oceaan oversteken. Ze moesten precies 1000 mijl naar het Oosten, en vanuit daar werd de koers weer verlegd richtinting noord-noord-oost. Als ze dat goed hadden gedaan belandden de schepen precies in de straat Sunda. Maar soms ging het mis, die 1000 mijl was moeilijk te meten. En als ze iets te ver uitwamen liepen ze op de kust van Australië.
Hierboven zie je de handelsroutes van de VOC.
Maak jouw eigen website met JouwWeb