Nederland werd bestuurd door een stadhouder in de Gouden Eeuw. De stadhouders waren familie van Willem van Oranje en kwamen uit het Huis Oranje-Nassau. Nederland was in die tijd een republiek, maar toch mochten alleen de rijken stemmen. Nederland werd bestuurd vanuit Den Haag. Maurits van Oranje was de eerste Nederlandse stadhouder en Willem V van Oranje was de laatste. Naast een stadhouder was er ook een parlement, de Staten-Generaal. Deze bestond niet zoals nu uit een Eerste en Tweede Kamer, maar uit één kamer. In de staten had ieder gewest maar één stem. Maar toch waren er per gewest niet evenveel personen. Iedere week vergaderde de Staten-Generaal. Deze vergadering bestond uit een lange tafel, waaraan de stadhouder, de griffier en de gedelegeerden. Een vergadering werd elke week in een ander gewest gehouden. Een bekende politicus uit deze tijd is Johan van Oldenbarnevelt. Hij wilde dat er geen stadhouder was en dat Nederland een republiek werd. Johan werd uiteindelijk vermoord in opdracht van stadhouder Maurits.