Rembrandt is geboren in Leiden, waar hij schoolging en waar hij samen met Jan Lievens zijn eerste atelier had. Opdrachten uit Amsterdam deden Rembrandt in 1631 naar deze stad verhuizen. Zijn huwelijk met de welgestelde Saskia van Uylenburgh (1642) versterkte zijn maatschappelijke positie. Van hun vier kinderen bleef alleen Titus in leven (hij leefde van1641 tot 1668). Tegen 1640 versoberde zijn werk: kleuren werden harmonischer, bewogenheid maakte plaats voor een verstilde uitbeelding van emotie. Het licht in zijn schilderijen kreeg een gouden, diepe gloed.

In 1656 werd Rembrandt failliet verklaard. Hendrikckje Stoffels (met wie hij sinds 1645 samenleefde) en Titus begonnen een kunsthandel, waarin Rembrandt als werknemer was opgenomen.