specerijen koorts.
Peper groeit aan een klimplant die tegen schaduwrijke bomen omhoog klimt. De groene bessen die in trossen hangen worden geplukt voordat ze rijp zijn. Daarna worden ze in de zon gedroogd, daardoor verschrompelen ze en krijgen ze hun bekende zwarte kleur.
In de VOC-tijd werd peper, net als tegenwoordig, gebruikt om het eten te kruiden en om het voedsel langer te kunnen bewaren. Bovendien dacht men dat peper een geneeskrachtige werking had. Van gemalen peper moest je niezen, en dat was goed om de hersenen te zuiveren.
Er was dan ook grote vraag naar peper, die was dan ook 'peperduur'. Er werd heel veel geld mee verdiend. Zoveel dat het aan het eind van de 16e eeuw tot een specerijenkoorst leidde. Hollandse en Zeeuwse compagnieën wilden er allemaal rijk van worden. De kooplieden in Azië zagen steeds meer Nederlandse handelaren komen, daar maakten ze handig gebruik van. Ze gingen steeds meer geld vragen voor hun specerijen. En in Amsterdam werden er zoveel specerijen afgeleverd dat de prijzen wel omlaag moesten. Zo maakten de Nerderlanders steeds minder winst. Toen greep de Staten-Generaal, het bestuur van alle provincies in en dwong de kooplieden om te gaan samanwerken in 1 Verenigde compagnie: De Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dan zouden ze elkaar niet langer beconcureren, en ze zouden in Azië samen sterker staan met het onderhandelen over de prijzen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb